Geschreven voor Kim Berkenhagen.
Ze braakt de ochtend uit. Elke dag weer. Ze braakt, ze braakt en ze braakt. Zwanger van de alsmaar door tikkende tijd.
Het aftellen is begonnen, toen ze naakt en koud op straat werden gezet, hup het paradijs uit! En nu maar zoeken naar de weg terug…
Waar is haar wederhelft?
Ze jankt luiers vol bij het gemis van haar geamputeerde zelf.
Als het de bedoeling is, samen te leven, WAAROM word je dan alleen geboren?
Monoloog voor een vrouw (speelt meerdere rollen: ik, moeder, oma)
FRAGMENT
IK
6 juli 1957.
Om half negen ‘s ochtends, valt ze naakt tussen de benen van ‘n vrouw.
Een meisje.
Ze huilt niet, mijn moeder.
’t Is mijn oma die je hoort brullen.
‘Godverdomme een meisje’
Met slijm en bloed op haar dunne huid, hangend aan haar enkeltjes, ontvangt ze haar eerste klap van het leven: zij is niet wie ze had moeten zijn.
Twee jaar eerder kreeg mijn oma een zoontje.
Zijn bezoek aan ’t leven was echter van korte duur: na twee weken lag hij dood in zijn wiegje; gestikt.
En toen is, denk ik, de vloek in onze familie is begonnen.
Mijn moeder was een meisje en werd een vrouw.
Een vrouw die nooit een zoon zal kunnen zijn.
En geen man zal ooit nog blijven.
Mijn Oma:
‘De Liefde’ wat klets je nou kind.
‘Leven’ dat is wat je te doen staat. Als dat je lukt, mag je jezelf al gelukkig prijzen.
Mijn Moeder:
‘Niet naar je Oma luisteren.
Ze is al lang geleden opgedroogd.
Weet je meis,
Je zoekt te veel.
’t Is juist overal om je heen. Alles en iedereen.
Pak ’t bij z’n haren en trek het mee: je bed in.’
Op zesjarige leeftijd krijgt mijn moeder kinderverlamming.
Ze overleeft, maar haar linkerbeen sleept ze voortaan achter haar aan.
Mijn Oma zei dat het haar straf was. Dat haar lichaam al bij de geboorte niet was wat het had moeten zijn en dat het leven het alleen nog maar meer zou vervormen.
OMA
Dat heb ik nooit gezegd. –
Wat zeg je? –
Nee. Dat heb ik nooit gezegd. –
Niet. –
Niet. –
Ach mens! Wat maakt het ook uit.
Wat gezegd is, is gezegd. Wat gedaan is, is gedaan.
Wat maakt dat nu nog voor verschil?!
…
Mijn vader was de enige echte man die ik ooit heb gekend.
Jouw overgroot opa.
Mijn vader liep over. Zo gek was hij op mij.
En hij begreep het. –
Wat?
Gewoon. Hij begreep. Mij.
IK
En mijn opa dan?
Jouw man?
OMA
Over Opa gaan we het niet hebben.
IK
Waarom niet?
OMA
Omdat wij het daar niet over gaan hebben.
IK
Maar waarom dan niet?
OMA
Omdat wij het daar niet over gaan hebben. PUNT.
Ziekten van de liefde:
Syfillis, Gonnoroe, HIV, schimmelinfectie, blaasontsteking, chlamydia, genitale wratten, Herpes, Hebatitis B, schurft, schaamluis, Trichomonas, Bacteriële vaginose, zwangerschap, miskraam, zwangerschap, liefdesverdriet, hartenzeer, eenzaamheid, blauwe plekken, blauwe plekken, blauwe plekken…
© J. Caspers 2009
Deze tekst is te lezen via VvLtheaterteksten
TERUG naar overzicht.